Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Actua

Lloydstraat-onderzoekers breken lans voor zwaardere toetsing kanaalplaatvloeren op brand

10 december 2009

Voor het bepalen van de brandwerendheid van kanaalplaatvloeren is de gangbare manier van toetsen – uitsluitend op buiging volgens NEN 6071 – niet in alle gevallen toereikend. Als de kanaalplaatvloer deel uit maakt van de hoofddraagconstructie of van een brandcompartiment en minimaal 60 minuten brandwerend moet zijn, dan zijn toetsing op dwarskracht en extra eisen aan de vloerdetaillering noodzakelijk. In bijzondere situaties, zoals bij gebouwen met veel publiek (theaters, expohallen) of bij gebouwen waarvan de gebruikers niet zelfstandig kunnen vluchten (ziekenhuizen, verpleeghuizen) zijn extra maatregelen geboden.

Dit adviseren TNO Bouw en Ondergrond, Efectis Nederland en Stichting Expertisecentrum Regelgeving Bouw bij afronding van hun eerste onderzoek naar de brandwerendheid van kanaalplaatvloeren met een gewapende druklaag. Vorig jaar kregen ze hiervoor de opdracht van de vereniging van betonfabrikanten BFBN.

Aanleiding voor het onderzoek is de brand in een meerlaagse parkeergarage in de plint van een appartementengebouw aan de Lloydstraat in Rotterdam, in oktober 2007. Op zich was deze brand niet bijzonder. De temperatuurontwikkeling in de ruimte, met een piek na 30 minuten, hield gelijke tred met de standaard brandkromme. Maar door de verhitting ontstonden lange horizontale scheuren in de lijven van de kanaalplaatvloeren en vielen van meerdere platen de onderschillen naar beneden. Deze vorm van vroegtijdig bezwijken van kanaalplaatvloeren is volgens de onderzoekers hoogstwaarschijnlijk geen uitzondering. Horizontale scheuren in kanaalplaten zijn al vaker waargenomen, zowel tijdens brandproeven als bij praktijkbranden in binnen- en buitenland. Vervolg-onderzoek is nodig om de scheurvorming en het bezwijkmechanisme nader te verklaren. BFBN heeft hiertoe al het startsein gegeven.

Aanbevelingen
Op grond van hun analyse van de Lloydstraat-brand en vergelijkbare cases en testen menen de onderzoekers dat de praktijk in veel gevallen niet langer kan volstaan met het toetsen van kanaalplaatvloeren op uitsluitend buiging, volgens NEN 6071. (Hierbij wordt de betondekking op het wapeningsstaal in verband met momentbreuk beoordeeld. Met bijvoorbeeld verhinderde vervorming wordt geen rekening gehouden.)

Deze toetsingswijze is nog voldoende bij brandwerendheidseisen tot 30 minuten. Kanaalplaatvloeren die een dragende of brandscheidende functie vervullen en moeten voldoen aan 60 minuten brandwerendheid of meer, verdienen echter een aanvullende toetsing op dwarskracht. Dit kan binnenkort aan de hand van de EN 1168 'Hollow core slabs'. Deze productnorm met bepalingen voor dwarskrachttoetsing treedt volgend jaar in werking in Europa. Daarnaast dient de vloer te voldoen aan extra detailleringseisen. Zo mag de druklaag in het midden van de overspanning niet meer dan 70 mm dik zijn . De wapening in de druklaag, in langsrichting van de platen, mag bij de opleggingen hooguit Æ6-150 mm bedragen. De eventuele koppelwapening bij de opleggingen mag niet hoger liggen dan halverwege de plaatdikte. Deze detailleringseisen worden verwerkt in de, in 2010 gewijzigde BRL 0203 'Vrijdragende systeemvloeren van vooraf vervaardigd constructief beton'.

Nog zwaardere maatregelen zijn vereist bij kanaalplaatvloeren in gebouwen hoger dan 70 m boven het maaiveld, lager dan 8 m onder het maaiveld, in gebouwen met verminderd zelfredzame gebruikers óf in gebouwen in de gevolgklasse CC3 van de NEN-EN 1991-1-7. Binnen deze klasse vallen gebouwen met de hoogste veiligheidsrisico's, zoals torens, grote sportstadions, concertzalen en tentoonstellingsruimten. Bij deze minder gebruikelijke toepassingen van de kanaalplaatvloer is de aanbevolen toetsingsmethode bij 60 minuten of meer te combineren met maatregelen om de betontemperatuur tot 400 °C te beperken. Zónder deze methode zijn maatregelen voor een betontemperatuur tot 200 °C óf op basis van risico-analyse volgens NEN-EN 1991-1-7 nodig.

Uitsluitend nieuwbouw
De onderzoeksaanbevelingen richten zich op nieuwbouw en niet op bestaande bouw. Slechts in bijzondere situaties, zoals bij bestaande CC3-gebouwen, vinden de onderzoekers het raadzaam om nader onderzoek in te stellen en eventuele aanvullende voorzieningen te treffen.

  • De BFBN heeft de voornaamste bevindingen en aanbevelingen van het onderzoek vastgelegd in een brief van 16 november 2009 aan de VROM-Inspectie en andere belanghebbenden. In de bijlagen zijn een onderzoekssamenvatting en een stroomschema met de aanbevolen maatregelen opgenomen. De brief is hier als PDF op te halen.

    Het volledige onderzoeksrapport van TNO is hier te downloaden, na invullen van een aanvraagformulier.

    Tijdens de COBc-dag, de jaarlijkse studiedag van COBc, CUR Bouw & Infra en Vereniging Stadswerk, op 12 november werd het onderzoek toegelicht door Kees Both, technisch directeur Efectis Nederland. Zijn powerpointpresentatie vindt u hier als PDF.



    Meer informatie voor het dimensioneren van kanaalplaatvloeren met geïntegreerde stalen liggers vindt u hier.