Brandwerendheidseis (wbdbo) gevels Het Bouwbesluit eist standaard 60 minuten wbdbo tussen brandcompartimenten. De eis is 30 minuten: • tussen brandcompartimenten binnen een laag utiliteitsgebouw (hoogste verblijfsvloer ≤ 5 m); • tussen lage gebouwen op eigen perceel. De eis bedraagt 20 minuten voor brandcompartimenten in bestaande gebouwen. Tussen gebouwen op verschillende percelen geldt het principe van spiegelsymmetrie. Of bij een wbdbo-eis van 60 minuten (tegen brandoverslag) de gevels óf delen daarvan 30 minuten brandwerend moeten zijn, is van vele factoren afhankelijk, waaronder de afmetingen van de brandruimte en (de afmetingen van) eventuele openingen in deze ruimte Lees verder: • eis gevels • spiegelsymmetrie Brandwerendheidseis (wbdbo) binnenwanden Aan binnenwanden stelt het Bouwbesluit dezelfde eisen als aan gevels. Daarnaast geldt tussen subbrandcompartimenten doorgaans een eis van 30 minuten. Meestal leidt de wbdbo-eis (tegen branddoorslag) tot een evenhoge eis aan de brandwerendheid van de binnenpui. Voor beglaasde puien in brandscheidingen is voor de wbdbo doorgaans het stralingscriterium (W) maatgevend. Hierdoor is het oppervlakte van spiegeldraadglas aan maxima gebonden óf het gebruik van brandwerend glas noodzakelijk. Lees verder: • eis binnenpuien Lees ook: • bepalen branddoorslag • bepalen brandoverslag • brandwerendheid scheidende functie
De scheidingsconstructie bezit een brandwerendheid tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo) van minimaal 15 minuten.
De scheidingsconstructie bezit een brandwerendheid tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo) van minimaal 30 minuten.
De scheidingsconstructie bezit een brandwerendheid tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo) van minimaal 60 minuten.
De belangrijkste criteria voor de brandwerendheid van de scheidingsconstructie – volgens NEN 6069 – zijn: Vlamdichtheid betrokken op de afdichting (E) De scheidingsconstructie voorkomt dat vlammen en hete gassen doordringen tot de niet-verhitte zijde. De openingen in de constructie mogen niet te groot te zijn (≥ ø 25 mm of ø 6 mm over een diepte van 150 mm óf zo dik als de scheiding is). Thermische isolatie betrokken op de oppervlaktetemperatuur (I) De scheidingsconstructie beperkt de temperatuurstijging aan de niet-verhitte zijde tot maximaal 180 °C lokaal of 140 °C gemiddeld. Thermische isolatie betrokken op de warmtestraling (W) De scheidingsconstructie zorgt ervoor dat de warmtestraling niet groter wordt dan 15 kW/m2 op een afstand van 1 m aan de niet-verhitte zijde van de scheiding. Dragende functie (R) De scheidingsconstructie bezwijkt niet. Welke combinatie van criteria van toepassing is, hangt af van de functie van de scheidingsconstructie. Zo geldt voor: • een rookwerende pui in het gebouw: E • een binnenwand en een gevel van buiten naar binnen: EI • een brandwerende pui in het gebouw en een gevel van binnen naar buiten: EW Lees verder: • brandwerendheid scheidende functie
Een scheidingsconstructie danwel de producten daarvoor kunnen – mede op grond van de beoogde brandwerendheidsfunctie in het gebouw – zowel aan één zijde als aan beide zijden worden getest op brandwerendheid, op de criteria E (vlamdichtheid), W (warmtestraling) en eventueel I (thermische isolatie). Indien de constructie uitsluitend aan één zijde tijdens de proef (direct) is verhit, zijn de beproevingsresultaten uitsluitend op díe zijde van toepassing. Bij de keuze van producten voor een scheidingsconstructie is het verstandig vooraf te na te gaan of de wbdbo-eis in één of beide richtingen van toepassing is. Bij bijvoorbeeld brand- en rookwerende trappenhuizen geldt deze eis gewoonlijk slechts in één richting: het tegengaan van branduitbreiding vanuit een brandruimte naar het trappenhuis, onder meer vanwege veilig vluchten via het trappenhuis. Scheidingen tussen twee brandcompartimenten dienen tweezijdig brandwerend te zijn. Lees verder: • bepalen branddoorslag • bepalen brandoverslag
In Nederland wordt op dit moment (en van oudsher) de weerstand tegen rookdoorgang afgeleid van de wbdbo. Dat gebeurt aan de hand van NEN 6075. Voor rookscheidingen in een gebouw geldt een eis van 30 minuten rookwerendheid. Dat komt volgens NEN 6075 overeen met 20 minuten wbdbo, op het criterium E (vlamdichtheid betrokken op de afdichting). De criteria I (thermische isolatie betrokken op oppervlaktetemperatuur) en W (thermische isolatie op warmtestraling) zijn niet van toepassing. Spiegeldraadglas is hiermee zónder beperkingen aan de afmetingen toepasbaar in rookwerende puien. Nieuwe bepalingsmethode De nieuwe versie van Bouwbesluit gaat wél vragen om een expliciete bepaling. Voor deuren gaat het Bouwbesluit de NEN-EN 1634 aanwijzen. De bepalingsmethode van deze Europese norm bestaat uit twee varianten: • meting van de rookdoorgang (‘smoke leakage’) ‘Sa’ bij kamertemperatuur (20 °C) en • meting van de rookdoorgang ‘Sm’ bij 200 °C. De norm maakt dit onderscheid omdat zowel bestaande openingen in de scheidingsconstructie (bijvoorbeeld kieren) als openingen die door brand ontstaan, rook doorlaten. Dus ook goede brandwerende scheidingen kúnnen rook doorlaten, zelfs al bij het begin van een brand. Lees verder: • rookwerendheid • brandwerendheid scheidende functie • normen
Een scheidingsconstructie danwel de producten daarvoor kunnen – mede op grond van de beoogde functie in het gebouw, zoals een ‘brand- en rookvrije vluchtroute’ – zowel aan één zijde als aan beide zijden worden getest op rookwerendheid. Hierbij wordt het proefstuk beoordeeld op het criterium E (vlamdichtheid betrokken op de afdichting). De criteria I (thermische isolatie betrokken op oppervlaktetemperatuur) en W (thermische isolatie op warmtestraling) zijn bij rookscheidingen niet van toepassing. Indien de constructie uitsluitend aan één zijde is beproefd, gelden de resultaten uitsluitend voor díe zijde. Bij de keuze van producten voor een rookwerende scheiding is het verstandig vooraf na te gaan of de rookwerendheid in één of twee richtingen is vereist. Bij bijvoorbeeld brand- en rookwerende trappenhuizen geldt deze eis gewoonlijk slechts in één richting: het tegengaan van branduitbreiding vanuit een brandruimte naar het trappenhuis, onder meer vanwege veilig vluchten via het trappenhuis. Lees verder: • rookwerendheid
Brandwerendheid is een eigenschap van een constructie. Volgens deze (strikte) definitie bestaat een brandwerende wandpaneel of brandwerend glas dus niet. Het samenspel van de verschillende constructiedelen, inclusief afmetingen en onderlinge bevestigingen, moet ervoor zorgen dat de gehele constructie de vereiste brandwerendheid haalt, conform de geteste uitvoering. Lees verder: • brandwerendheid dichte gevels • brandwerendheid deur- en glaspuien • brandwerendheid ondersteuningsconstructie Brandvoortplanting Het Bouwbesluit stelt prestatie-eisen aan constructieonderdelen om te voorkomen dat een beginnende brand zich snel uitbreidt langs het binnenoppervlak (in verband met veilig vluchten) of langs het buitenoppervlak (uit het oogpunt van brandbestrijding van buitenaf). De bijdrage aan brandvoortplanting van een constructieonderdeel moet voldoen aan een bepaalde klasse. De voorgeschreven klasse is afhankelijk van de locatie van het constructieonderdeel. Voor gevels geldt:
Voor binnenpuien geldt:
Lees verder: • brandvoortplantingsklasse Lees ook: • eis gevels • eis binnenpuien • bepalen branddoorslag • bepalen brandoverslag • brandwerendheid scheidende functie
Brandwerendheid is een eigenschap van een constructie. Het glas (bijvoorbeeld) maakt uit van een constructie, bevestigd in een frame of kozijn. Het samenspel van de verschillende constructiedelen, inclusief afmetingen en onderlinge bevestigingen, moet ervoor zorgen dat de gehele constructie de vereiste brandwerendheid haalt, conform de geteste uitvoering. Kozijnen De materiaalsoort van het kozijn is niet zondermeer uitwisselbaar, omdat de verschillende materialen (hout, aluminium, staal) verschillend thermisch gedrag vertonen. Binnen het materiaalsoort (bijvoorbeeld staal) is wel te variëren in type (bijvoorbeeld staal met een hogere sterkte). Lees verder: • brandwerendheid kozijnen • brandwerendheid ondersteuningsconstructie • brandwerendheid boven e/o zijlichten Glas Brandwerend glas is glas dat 20 minuten of langer weerstand biedt aan een (standaard) brand. Normaal, ‘float’ glas is niet geschikt voor brandwerende toepassing: enkel floatglas breekt binnen 2 minuten blootstelling aan brand, dubbel floatglas binnen 5 minuten. De typen brandwerende glas zijn:
Spiegeldraadglas
Lees verder: • brandwerendheid glas
Brandwerend glas is glas dat 20 minuten of langer weerstand biedt aan een (standaard) brand. Normaal, ‘float’ glas is niet geschikt voor brandwerende toepassing: enkel floatglas breekt binnen 2 minuten blootstelling aan brand, dubbel floatglas binnen 5 minuten.
De typen brandwerende glas zijn:
Brandwerend glas is glas dat 20 minuten of langer weerstand biedt aan een (standaard) brand. Normaal, ‘float’ glas is niet geschikt voor brandwerende toepassing: enkel floatglas breekt binnen 2 minuten blootstelling aan brand, dubbel floatglas binnen 5 minuten. De typen brandwerende glas zijn:
Sommige typen zijn asymmetrisch, in opbouw óf omdat slechts aan één zijde een speciale coating is aangebracht. Bij deze typen is het resultaat van een brandproef uitsluitend geldig voor de zijde die tijdens de proef is verhit. Voor symmetrische beglazingen geldt het resultaat uiteraard voor verhitting vanaf beide zijden. Lees verder: • brandwerendheid glas • spiegeldraadglas • thermisch voorgespannen glas • interlayer Afmetingen De afmetingen van het glas zijn bij toepassing aan maxima gebonden. Ten opzichte van de geteste afmetingen mag het glas 15% hoger en breder zijn, met een maximaal 20% groter oppervlakte. Grotere maten zijn uitsluitend toegelaten als bij de test een ‘overwaarde’ van de brandwerendheid is vastgesteld: bijvoorbeeld 36 minuten in plaats van de vereiste 30 minuten. Lees verder: • afmetingen en opbouw Glaslatten Metalen glaslatten zetten uit bij verhitting. Kort deze latten daarom zo in, dat enige uitzetting mogelijk is. Een koude rand met de juiste afmetingen vangt de thermische uitzetting van het direct verhitte deel van het glas op. Voor 60 minuten brandwerendheid is uit te gaan van ca. 20 mm sponningsdiepte en 15 mm. insteekdiepte. Als het glas is getest met een klik-bevestigingssysteem, is in de praktijk ook een geschroefd systeem toegestaan. Wel moeten dan de h.o.h.-afstanden van de bevestigingen hetzelfde zijn. Voor de overstap van een geschroefd naar een kliksysteem, is eerst een brandtest van het glas met het kliksysteem vereist. Lees verder: • glaslatten
Glas Ten opzichte van de geteste afmetingen mag het glas 15% hoger en breder zijn, met een maximaal 20% groter oppervlakte. Grotere maten zijn uitsluitend toegelaten als bij de test een ‘overwaarde’ van de brandwerendheid is vastgesteld: bijvoorbeeld 36 minuten in plaats van de vereiste 30 minuten, of 68 in plaats van 60.
Voor het oppervlakte van spiegeldraadglas gelden beperkingen, indien het stralingscriterium W maatgevend is (zoals bij brandscheidingen). De maximale oppervlakten en hoogte:breedte-verhouding voor draadglas (met 12 x 12 mm wapeningen) zijn: • 1,7 m2 voor 30 minuten brandwerendheid; • 0,9 m2 voor 60 minuten brandwerendheid. Lees verder: • afmetingen en opbouw
Deuren Het vergroten van het deurblad is volgens NEN-EN 1634-1 uitsluitend toegelaten als tijdens de brandproef: • een overwaarde van de brandwerendheid is vastgesteld (bijv. 36 min. in plaats van de vereiste 30 min.) én • de naadwijdten rond het deurblad volgens NEN-EN 1634-1 zijn uitgevoerd. Lees verder: • afmetingen
Glas Ten opzichte van de geteste afmetingen mag het glas 15% hoger en breder zijn, met een maximaal 20% groter oppervlakte. Grotere maten zijn uitsluitend toegelaten als bij de test een ‘overwaarde’ van de brandwerendheid is vastgesteld: bijvoorbeeld 36 minuten in plaats van de vereiste 30 minuten, of 68 in plaats van 60. Voor het oppervlakte van spiegeldraadglas gelden beperkingen, indien het stralingscriterium W maatgevend is (zoals bij brandscheidingen). De maximale oppervlakten en hoogte:breedte-verhouding voor draadglas (met 12 x 12 mm wapening) zijn: • 1,7 m2 voor 30 minuten brandwerendheid; • 0,9 m2 voor 60 minuten brandwerendheid. Lees verder: • afmetingen en opbouw Deuren Het vergroten van het deurblad is volgens NEN-EN 1634-1 uitsluitend toegelaten als tijdens de brandproef: • een overwaarde van de brandwerendheid is vastgesteld (bijv. 36 min. in plaats van de vereiste 30 min.) én • de naadwijdten rond het deurblad volgens NEN-EN 1634-1 zijn uitgevoerd. Lees verder: • afmetingen
ODS
De constructies voor brandwerende puien worden gemaakt van profielen van dunwandig koudgevormd staal. Dat kan zijn: blank (onbehandeld) staal, verzinkt staal, corrossievast staal of roestvast staal. De profielen worden doorgaans via lassen verbonden. De wanddikte van de profielen en daarmee de inbouwdiepte is veelal 50 of 60 mm, de aanzichtbreedten en sponningshoogte variëren. In combinatie met brandwerend glas of plaatmateriaal halen de profielen een brandwerendheid van 30 of 60 minuten (op de criteria E en W). Voor 60 minuten brandwerendheid zijn de profielafmetingen veelal aan maxima gebonden, zoals dat ook geldt voor de glas- of plaatvulling.
Lees verder: • brandwerendheid glas Spiegeldraadglas Spiegeldraadglas is 20 of 30 minuten brandwerend. Bij kleine oppervlakten is zelfs 60 minuten haalbaar. Voor het oppervlakte gelden beperkingen, indien het stralingscriterium W maatgevend is. Op het temperatuurcriterium I is de brandwerendheid hooguit 5 minuten, maar dit criterium is meestal niet aan de orde. Voor bevestiging en detaillering geldt: gebruik opschuimend afdichtingsband, sponningen van minimaal 20 mm, en geschroefde glaslatten. Lees verder: • spiegeldraadglas Thermisch voorgespannen glas Thermisch voorgespannen glas haalt – al of niet gecombineerd met warmteabsorberende of -reflecterende lagen – een brandwerendheid tot 120 minuten. Enkelbladig glas verweekt doorgaans tussen 30 en 60 minuten, maar behoudt dan toch de brandwerende functie, transparantie en UV-bescherming. Tref wel voorzieningen om te voorkomen dat het enkelbladig glas dan uit zijn sponning zakt. Meerbladig glas met een interlayer wordt al bij begin van brand ondoorzichtig, doordat de interlayer opschuimt. De interlayer houdt de oppervlaktetemperatuur (I) laag, waardoor het glas aan de niet-brandzijde stabiel blijft. Lees verder: • thermisch voorgespannen glas. Interlayer Bij meerbladig glas is er keuze tussen een niet-opschuimende tussenlaag of een opschuimende tussenlaag. Bij een niet-opschuimende laag (b.v. giethars) breekt het eerste glasblad (aan de brandzijde) in het begin van brand, waardoor de laag verkoolt en het andere glasblad isolerende bescherming biedt. Bij een opschuimende interlayer breekt het eerste glasblad, waarna de interlayer opschuimt en wit wordt. De opgeschuimde laag is een goede isolator en vermindert de warmtestraling (W) en temperatuur (I). De interlayer moet in elk geval aan díe zijde zitten, die naar verwachting direct door brand wordt verhit. Lees verder: • interlayer Lees ook: • glasafmetingen en –opbouw • glaslatten
Notified bodies zijn onderzoeksinstituten of -laboratoria die op objectieve wijze en volgens de actuele voorschriften bouwproducten beproeven of beoordelen. Ze zijn hiervoor gecertificeerd door de Europese Commissie of bevoegd door de Raad van Accreditatie. Voorbeelden van notified bodies op het gebied van brand zijn Efectis Nederland, Warrington Fire Agent, en IFC in Engeland, CTICM in Frankrijk en IFT in Duitsland.
Naast een testrapport en Samenvatting van Onderzoek (SVO) geeft de notified body conformiteitsverklaringen voor producten af, doorgaans na extra beproeving of beoordeling. Ook mag een notified body gelijkwaardigheidsverklaringen verstrekken: toestemming voor producttoepassingen die afwijken van het toepassingsgebied volgens het testrapport en afwijken van de Extended Applications. Extended Applications zijn Europese regels voor toepassingen die afwijken van wat het testrapport voorschrijft. Deze regels zijn afgeleid van de prEN 15269.
De Raad van Accredatie houdt toezicht op de deskundigheid en onpartijdigheid van de notified body.
Warringtonfiregent, Belgium
De normen voor het beproeven van de brandwerendheid van gevels en binnenwanden zijn NEN-EN 1363-1, NEN-EN 1364-1 en NEN-EN 1634-1. Deze normen worden via de classificatienorm NEN-EN 13501 aangestuurd door NEN 6069. NEN 6069 is bestemd voor het bepalen van de brandwerendheid van scheidingsconstructies. De wbdbo wordt bepaald aan de hand van NEN 6068. Lees verder: • normen Normen brandvoortplanting Met NEN-EN 13501 wordt de bijdrage aan brandvoortplanting van bouw-/constructiedelen en -materialen bepaald (waarna ze in Euroklassen worden ingedeeld). Het nieuwe Bouwbesluit gaat deze norm aansturen. Tot die tijd en voor bestaande gebouwen gelden de Nederlandse NEN 6063, 6064 en 6065. De classificatie (in Nederlandse brandklassen) gaat volgens NEN 1775. Lees verder: • brandvoortplantingsklasse • normen Normen rookwerendheid Het bepalen van de rookwerendheid gebeurt met NEN 6075. De rookklasse-norm hierbij is NEN 6066. Met ingang van het nieuwe Bouwbesluit gaat NEN-EN 13501 (ook) de rookclassificatie regelen. Voor het beproeven van de rookwerendheid van deuren en luiken is ook beschikbaar deel 3 van NEN-EN 1634.
‘Bepaling van de brandwerendheid van niet-dragende bouwdelen – Deel 1: Wanden’