Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Actua

Buiteninzet, beste strategie bij brandbestrijding bedrijfsgebouwen?

3 juli 2016

Brandweer Nederland en de Brandweeracademie hebben in het najaar 2014 praktijkexperimenten uitgevoerd om in kaart te brengen hoe brand en rook zich ontwikkelen in een echt woonhuis. Naast het brandverloop zijn onder meer ook de effectiviteit van rookmelders en woningsprinklers gemeten. Als onderzoeksterrein dienden sloopwoningen in de voormalige woonwijk De Achtermars in Zutphen, voor de gelegenheid voorzien van meubilair anno 2014. Onlangs zijn de conclusies van de experimenten naar buiten gebracht.

Tijdens de experimenten raakten veel branden al snel, vóór flashover, ventilatiegecontroleerd. Dit type branden wordt wel aangeduid met ‘ondergeventileerde brand’. Bij toevoer van zuurstof, bijvoorbeeld door het openen van een deur of het breken van een ruit, kan zo’n brand ineens, onverwacht oplaaien. Ondergeventileerde branden kunnen dan ook relatief veel gevaar opleveren voor brandweermensen tijdens de brandbestrijding in het gebouw.

Om meer inzicht te krijgen in het verschijnsel ondergeventileerde brand hebben de onderzoekers de experimenten in Zutphen achteraf geanalyseerd met behulp van een simulatiemodel. Niet alle branden die de symptomen vertonen, blijken ook daadwerkelijk ondergeventileerd te zijn. Dat maakt ’t voor de brandweer in de praktijk lastig om een ongeventileerde brand te herkennen. Bij twijfel is ’t raadzaam toch maar uit te gaan van een ondergeventileerde brand, vanwege de grote risico’s.

Bij het onderzoek zijn ook diverse praktijkbranden in woningen en bedrijfsgebouwen tegen het licht gehouden. Veel van deze branden hebben de kenmerken van een ondergeventileerde brand, maar ook hier blijkt moeilijk met zekerheid vast te stellen dat ’t om ondergeventileerde branden gaat.

De praktijkgegevens wijzen tevens uit dat branden in bedrijfsgebouwen moeilijker van binnenuit te blussen zijn dan branden in woningen. Ondanks de gevaren kunnen woningbranden op een verantwoorde manier via een binneninzet worden bestreden. Bij bedrijfsgebouwen lijkt een offensieve buiteninzet een meer logische keuze.

Bij ondergeventileerde branden is ’t uiteraard van belang om de zuurstoftoevoer te beperken. Zeker bij zo’n brand in een bedrijfsgebouw zou de strategie moeten zijn: pand dichthouden en zoveel mogelijk van buiten af repressief optreden. Dan win je tijd voor de voorbereiding en uitvoering van de brandbestrijding, bijvoorbeeld voor het vinden van de juiste plaats van de inzet en voor het opbouwen van voldoende koelend vermogen. Vandaar dat de Brandweeracademie momenteel nadere studie doet naar buiteninzet bij branden in bedrijfsgebouwen.