Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

FSE met natuurlijke branden in de Nationale Bijlage

In EN 1991-1-2 is de rekentechniek van FSE met natuurlijke branden gedetailleerd beschreven. In de bijlage E staat hoe de brand moeten worden gemodelleerd en welke invoerparameters moeten worden gekozen. De Nationale Bijlage (NB) bij EN 1991-1-2 bevat een aantal zaken die specifiek zijn voor Nederland, deels in aanvulling op de EN en deels afwijkend. Voor de achtergronden verwijst de NB naar enkele rapporten van de NEN-werkgroep 'Fire Safety Engineering,1 van de normcommissie 'Brandveiligheid van bouwwerken'.

Informatief

De status van bijlage E is informatief, dat wil zeggen: toepasbaar in het kader van gelijkwaardigheid. Het is de bedoeling de bijlage normatief voor te schrijven. Dat gebeurt wanneer het effect van het toepassen van deze methode in vergelijking met het huidige classificatiesysteem voldoende duidelijk is. Om dit effect te bestuderen, voert het NEN het project 'Fysisch brandmodel'. Afstemming risiconiveau's aan publiekrechtelijke regelgeving.,2 De eerste fase van dit project is naar verwachting in 2009 doorlopen.

In de NB heeft de NEN-werkgroep Fire Safety Engineering enkele wijzigingen aangebracht in het onderdeel ‘natuurlijke branden’ (bijlage E). Klik hier voor de wijzigingen.

Stappenplan en achtergronddocument

Om in de praktijk goed met de NB bij EN 1991-1-2 te kunnen werken, is een stappenplan beschikbaar. De werkgroep heeft een uitgebreid achtergronddocument samengesteld met daarin de inzichten van de groep, de basis voor de tekst van de NB en de verantwoording voor de keuzes die in de NB zijn gemaakt.

Daarnaast is voor drie gebruiksfuncties een eerste vergelijking gemaakt, die een genuanceerd beeld geeft van de brandtemperaturen in relatie tot de grootte van de brandruimte en het voorzieningenniveau. Daarna is een uitgebreidere vergelijking gemaakt tussen natuurlijke brand- en standaard brandberekeningen, onder meer voor hoogbouw.

NB in gebruik

Het fysisch brandmodel is breder inzetbaar dan uitsluitend voor het beoordelen van het (al dan niet) bezwijken van draagconstructies door brand. Echter, de NB is juist alléén voor dit doel geschikt.

Wanneer het fysisch brandmodel óók wordt gehanteerd om te beoordelen of veilig vluchten of veilige brandbestrijding mogelijk zijn, dan kan de risicobenadering volgens de NB niet worden gevolgd. In deze gevallen dienen maatgevende scenario's te worden beschouwd, desgewenst met een algemene probabilistische benadering (scenario's met kans van optreden en effect in slachtoffers of schade). Het fysisch brandmodel wordt daarin dus zonder risicofactor op de vuurbelasting en/of brandvermogen toegepast.

Warm aanbevolen

De wijzigingen van de NEN-werkgroep FSE op het onderdeel 'Natuurlijke branden' van de Nationale Bijlage:

  • Toevoeging van een veiligheidsfactor δr voor de aansluiting met het Bouwbesluit. Bij Bouwbesluit-eisen hoger dan 60 minuten resulteert deze veiligheidsfactor in een correctie op de vuurbelasting als inputparameter voor het natuurlijk brandmodel. (Voor 90 minuten wordt de vuurbelasting vermenigvuldigd met 1,5; voor 120 minuten met 2,0).

  • Toevoeging van tabellen om de fysische parameters, benodigd voor het model, voor te schrijven voor de gebruiksfuncties in het Bouwbesluit.
  • De EN presenteert een vereenvoudigde methode met deelrisicofactoren. Volgens de werkgroep is deze methode principieel fout. Het rekenen met deelrisicofactoren kan leiden tot aanzienlijke afwijkingen ten opzichte van de oorspronkelijke Europese methode, waarin de risicofactoren zijn afgeleid van de deelkansen. Daarom is de werkgroep teruggekeerd naar de oorspronkelijke methode en zijn tabellen gemaakt die de partiële kansen volgens de EN geven. De kansen kunnen met elkaar worden vermenigvuldigd (volgens de leer van de statistiek) om de referentiekans voor de specifieke situatie te krijgen. Hieruit wordt  met behulp van een tabel  de bijbehorende globale risicofactor bepaald. Met deze factor moet de karakteristieke vuurbelasting worden vermenigvuldigd om het activeringsrisico en het effect van de actieve brandveiligheidsmaatregelen in rekening te brengen.
  • Toevoeging van een formule waarin – vergeleken met de EN – op fysisch meer correcte manier het activeringsrisico en het effect van de actieve brandveiligheidsmaatregelen in rekening wordt gebracht. Dit gebeurt door níet primair het effect op de rekenwaarde van de vuurbelasting te beschouwen, maar de uitwerking op de rekenwaarde van de brandvermogensdichtheid. De rekenwaarde van de vuurbelasting is een hiervan afgeleid effect.

Dankzij de formule wordt bijvoorbeeld het effect van een sprinklerinstallatie duidelijker zichtbaar.

1van Herpen, R.A.P. en Voogd, N., "Fysisch brandmodel – Achtergronden: Normalisatie fysisch brandmodel - Basismodel", Adviesbureau Nieman rapport Wu040430aaA1.rhe, juni 2007, 47 p. (NEN-document 3510070004/2007/60).

van Herpen, R.A.P. en Voogd, N., "Fysisch brandmodel – Achtergronden: Normalisatie fysisch brandmodel - Submodellen", Adviesbureau Nieman rapport Wu040430aaA2.rhe, juni 2007, 52 p. (NEN-document 3510070004/2007/62).

van Herpen, R.A.P. en Voogd, N., "Fysisch brandmodel – Achtergronden: Normalisatie fysisch brandmodel – Statistische en probabilistische aspecten", Adviesbureau Nieman rapport Wu040430aaA3.rhe, juni 2007, 50 p. + 5 bijlagen (NEN-document 3510070004/2007/63).

2van Herpen, R.A.P., "Normalisering fysisch brandmodel – Uitwerking veiligheidsniveaus bij toepassing risicofactoren", Adviesbureau Nieman rapport Wu040430aaA8.rhe, september 2007, 13 p. + bijlagen (NEN-document 3510070004/2007/68).

van Herpen, R.A.P. en Voogd, N., "Fysisch brandmodel – Berekeningen toegepast op hoogbouw", Adviesbureau Nieman rapport Wu040430aaA4.rhe, oktober 2008, 28 p. + 2 bijlagen (NEN-document 3510070004/2008/40).

van Herpen, R.A.P. en Voogd, N., "Fysisch brandmodel – Afstemming risiconiveaus aan publiekrechtelijke regelgeving", Adviesbureau Nieman rapport Wu040430aaA5.rhe, november 2008, 32 p. + 2 bijlagen (NEN-document 3510070004/2008/41).