Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Gebouw 51 Willemsoord, Den Helder


De voormalige rijkswerf in Den Helder, een terrein met monumentale marinegebouwen, is herbestemd tot het maritiem themapark 'Cape Holland'. Gebouw 51 - een serie hallen uit 1937 - is door architectenbureau Cepezed getransformeerd tot publiekstrekker met bioscoopzalen, familievermaakcentrum en horecafaciliteiten. De oorspronkelijke staalconstructie is zonder vergaande ingrepen hergebruikt, de nieuwe uitbreidingen zijn als dozen aan de oudbouw toegevoegd. Door het principe van 'doos-in-doosconstructies' te hanteren, voldoet het oude gebouw aan de hedendaagse eisen voor geluidsisolatie en brandwerendheid.

brandwerendheid

Om de bestaande staalconstructie in het zicht te houden, is het gebouw in overleg met de brandweer verdeeld in twee compartimenten: één met de bioscopen en één met de paviljoens van de horeca en het familievermaakscentrum én de oude staalconstructie. De compartimentscheiding haalt de vereiste 30 minuten weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO). Door aan te tonen dat de vuurbelasting in het gehele gebouw lager is dan 500 MJ/m2, mochten de compartimenten groter worden dan het maximum van 1.000 m2 volgens het Bouwbesluit. Voor de brandwerendheid (tegen bezwijken) van de hoofddraagconstructie werd 90 minuten geëist, omdat de verdiepingvloer van de bioscopen bóven 5 m ligt. Vanwege de lage permanente vuurbelasting is deze eis gereduceerd tot 60 minuten. De bioscoopzalen zijn al 60 minuten brandwerend dankzij de gipskartonnen beplating van de metal stud wanden. Voor het compartiment met de paviljoens en de bestaande staalconstructie, is een gebruiksbeperking in de gebruiksvergunning opgenomen. Hierbij wordt gegarandeerd dat - bij geëigend gebruik - een brand in het compartiment nooit langer dan 30 minuten zal duren. Uit controleberekeningen van DHV blijkt dat de bestaande constructie onbeschermd 30 minuten brandwerend is. Aanvullende voorzieningen zijn dan ook achterwege gebleven. (De gebruiksbeperking geldt eveneens voor de foyer in de nieuwbouw en de overgangszone. Ook hier haalt de staalconstructie onbehandeld 30 minuten brandwerendheid.)

projectgegevens

Locatie: Rijkswerf Willemsoord, Den Helder
Start bouw: november 2002
Oplevering: november 2003 (bioscoop) en mart/april 2004
Opdracht: Ontwikkelings- en exploitatiemaatschappij Willemsoord, Den Helder
Architectuur:  Cepezed, Delft
Constructief ontwerp en brandveiligheidsadvies: DHV (D3BN), Rotterdam
Bouwfysisch advies: DHV (Dorsserblesgraaf), Eindhoven
Aannemer: N.A.K. Woudenberg, Den Helder
Foto’s: Herman H. van Doorn en Fas Keuzenkamp

architectuur

Het vernieuwde Gebouw 51 loopt het eerst in het oog door het nieuwe entreegebouw: een moderne doos van staal en glas op 4 tot 10 m afstand van het bestaande bakstenen gebouw met zijn karakteristieke sheddak. De toevoeging was nodig om de twee grootste van de gevraagde vier bioscoopzalen een plek te geven. Een van de twee zalen is 3 m boven het maaiveld getild, zodat eronder en ernaast ruimte is ontstaan voor de foyer. Achter het metselwerk van de oudbouw is de bezienswaardige staalconstructie van geklonken portalen met een vakwerkconstructie als drager van het dak bewaard gebleven. Binnen de bestaande structuur zijn twee nieuwe bioscoopzalen gestapeld. Onder het middelste dakdeel is de ruimte benut voor een paviljoen met daarin het familievermaakcentrum, kantoren en voorzieningen. De horeca heeft een eigen paviljoen in de hoge hal.
Langs de gevels ligt het studiecentrum met computers. Een glaswand dient slechts als klimatologische separatie van de hal. De hal eindigt in een enorme boekenwand met daarin zo'n 80.000 actuele boeken; minder geraadpleegde literatuur ligt opgeslagen in het souterain. De wand - gemaakt van fragiele staalprofielen - hangt via trekstangen aan het dak. De vier verdiepingen van de stellage zijn vanuit de hal bereikbaar via een doorgaande stalen trap met balustrades van gaaswerk en roostervloeren. Achter de boekenwand liggen de kantoren over vier verdiepingen. De vloeren zijn staalplaat-betonvloeren, opgelegd op randliggers en betonwanden.

constructie

De oorspronkelijke portaalconstructie bestaat uit kolommen (DIN 47,5 profielen), die 5 m hart op hart en op betonnnen poeren staan. Tussen de kolommen lopen 14 m lange liggers (DIN 60 profielen, vergelijkbaar met de huidige HEB 600 profielen). Op deze liggers rustte een houten verdiepingvloer. Om de nieuwe verdiepingvloer van breedplaten én de hogere veranderlijke belastingen door het bioscooppubliek aan te kunnen, zijn de bestaande liggers omgebouwd tot staal-betonliggers. Op de liggers zijn deuvels gelast, die vervolgens zijn meegestort met de druklaag. De bioscoopzalen zijn zo licht mogelijk uitgevoerd, als dozen met dubbele wanden van metalstud. Elke zaal zit in een eigen doos, geïsoleerd met gipskartonplaat. Hieromheen is een extra geluidwerende doos geplaatst: een doos-in-doos constructie. Met verende elementen zijn de beide schillen akoestisch gescheiden gehouden, van elkaar en van de draagconstructie. Om de bioscoopzalen te kúnnen stapelen onder de vakwerkconstructie van het dak, is de nieuwe verdiepingvloer lager aangebracht dan zijn voorganger. Hiertoe zijn de bestaande stalen liggers, na sloop van de oude vloer, losgemaakt van de kolommen en opnieuw, lager opgelegd en met bouten aan de kolommen vastgezet. Ook de begane-grondvloer is opnieuw, verdiept aangelegd door tussen de bestaande poeren een betonnen bak op een paalfundering te storten. (De nieuwbouw heeft een stalen hoofddraagconstructie met kanaalplaatvloeren, voorzien van druklaag voor de schijfwerking. In de overgangszone tussen de nieuw en oud dragen gebouwhoge staalkolommen een dak van staal en glas en een loopbrug. Deze loopbrug is licht geconstrueerd, met staalplaat-betonvloer op de onderflens van een vakwerkligger. Veel constructiestaal is in het zicht gebleven, om aan te sluiten op de robuuste bestaande architectuur.

terug naar index