Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Brandveilig ontwerpen, dimensioneren en beoordelen van staalconstructies

Actua

Roken en koken belangrijkste oorzaken fatale woningbranden 2016

24 april 2017

In 2016 vonden in totaal 33 fatale woningbranden plaats, waarbij in totaal 38 dodelijke slachtoffers vielen. Dat blijkt uit onderzoek van de Brandweeracademie. Over 2015 tekende de Brandweeracademie 27 fatale woningbranden op, met 31 doden. De stijging ten opzichte van 2015 past volgens de onderzoekers binnen het gangbare, fluctuerende beeld van het aantal branden in woningen en de dodelijke slachtoffers hierbij. De Brandweeracademie voert het onderzoek jaarlijks uit, met medewerking van brandweerkorpsen en brandonderzoekteams.

Naast de 33 branden met 38 doden vonden in het afgelopen jaar ook nog zes branden met in totaal zeven doden plaats die het gevolg waren van (zelf)doding. Deze branden zijn niet verder door de Brandweeracademie geanalyseerd. Het onderzoek beperkt zich tot de oorzaken, omstandigheden en het verloop van fatale woningbranden die niet met opzet zijn veroorzaakt.

De belangrijkste brandoorzaken in 2016 waren roken (19%), onvoorzichtigheid bij koken (9%) en andere vormen van menselijk handelen (9%). Deze cijfers zijn in lijn met die van voorgaande jaren.

Bij de meeste branden was, bij aankomst van de brandweer ter plaatse, sprake van een relatief kleine (47%) of gesmoorde (25%) brand met een beperkte rookverspreiding. De brand en rook bleef doorgaans beperkt tot de ruimte waar de brand was ontstaan. Het aantal gesmoorde branden is hoger dan in 2015 (15% van het jaartotaal). Dat komt waarschijnlijk omdat brandweerkorpsen voor 2016 voor het eerst is gevraagd om meldingen van gesmoorde branden door te geven.

Naast brandweerkorpsen leveren ook brandonderzoeksteams gegevens over fatale woningbranden aan. Naast het invullen van vragenlijsten worden ze gevraagd te reageren op berichten uit regionale of lokale media over een plaatselijke brand. Hierdoor worden tevens branden geregistreerd die niet aan de brandweer zijn gemeld of waarbij de brandweer geen actie heeft kunnen ondernemen, bijvoorbeeld omdat de brand al snel na het ontstaan is gedoofd.

‘Branden waarbij dodelijke slachtoffers vallen hebben een enorme impact’, zegt voorzitter Stephan Wevers van Brandweer Nederland in een reactie op publicatie van jaarcijfers. ‘Voor de directe omgeving, en ook voor onze eigen mensen. Juist dan besef je maar weer eens hoe zwaar ons vak is, vooral als we geconfronteerd worden met branden met dodelijke afloop. Naast deze fatale cijfers zijn er ook nog eens honderden situaties die zware verwondingen en ander leed laten zien. De meeste woningbranden worden nog steeds veroorzaakt door menselijk handelen. Dat is ook de reden dat wij naast ons operationele optreden ook stevig in blijven zetten op voorlichting en preventie.’

Het meerjarenonderzoek van de Brandweeracademie geeft daarvoor de nodige handvatten, dankzij antwoorden op vragen over de precieze locatie van de slachtoffers ten opzichte van de brandhaard, de stand van binnendeuren en de aanwezigheid, projectering en werking van rookmelders in de woningen.